Mijn atomaire identiteit
Op
heel korte afstand ben ik atomen. Een atoom is zo klein dat het niet
zichtbaar is, zelfs niet met de meest krachtige microscoop. Eén
miljoen atomen vullen de breedte van een haar.
Als
mijn lichaam 70 kg woog, dan zou ik ongeveer
7.000.000.000.000.000.000.000.000.000 atomen bevatten. Dat zijn heel
veel atomen!
Atomen verbinden zich met andere atomen om moleculen te vormen. Van de zowat honderd zuivere stoffen of elementen (een element is één atoom op zich) worden er slechts een twintigtal aangetroffen in levende wezens. Eigenaardig genoeg zijn dit niet de meest voorkomende. Silicium, het meest overvloedige element op aarde is voor slechts enkele organismen een belangrijk bestanddeel, terwijl koolstof, hoewel het driehonderd keer minder voorkomt, een essentiële component is van allemaal. Dit is omdat koolstof zo’n unieke eigenschappen heeft dat het zich kan verbinden met andere elementen om moleculaire structuren te maken, die geschikt zijn voor de levensprocessen van groei, activiteit en voortplanting.
Groeien en krimpen
Op het menselijke niveau komen mensen samen met andere mensen om families en samenlevingen te vormen, en uiteindelijk de hele mensheid. Dat kan omdat elke mens voor zichzelf niet afgescheiden is van anderen maar echt openheid is voor anderen. Ik kan uitzetten om meer van mijn buren te omvatten, of samentrekken om minder van hen te bevatten, omdat ik in wezen geen afmeting heb. Dit is net zo goed waar op atomair niveau. Atomen zijn niets op zich, maar openheid voor andere atomen. Wanneer ze uitzetten om hun buren te omvatten “lenen” of delen ze elektronen die rond andere atomen cirkelen – en verbinden zich zo tot moleculen. Als mijn vertikaal bewegende waarnemer achteruit stapt om waar te nemen hoe mijn atomen samengaan tot een molecule, is hij getuige van het proces dat mijn gedrag op atomair niveau naar boven vertaald in mijn gedrag op het moleculaire niveau, en uiteindelijk, via het cellulaire niveau, in mijn gedrag als menselijk wezen. Al wat ik doe als mens kan in theorie omlaag geanalyseerd worden in wat mijn atomen doen. En al wat mijn atomen doen kan geëxtrapoleerd worden naar wat ik doe op het menselijk niveau. Ik ben zowel atoom als mens – het zijn verschillende niveaus van mijn veellagig wezen.
Ik ben mysterieus
Wanneer mijn observerende wetenschapper zich zeer dicht bij mij begeeft in een poging om mijn meest innerlijke realiteit te onthullen, ontdekt ze dat ik vreemd ben, ongrijpbaar, beladen met verborgen kracht. Dit is geen verrassing voor mij. Zij nadert het mysterie van mijn centrum. Hier, in mijn centrum, ken ik mezelf als nog meer onkenbaar, onmogelijk vast te pinnen en machtig dan zij ziet dat ik ben op het atomaire niveau. Hier ben ik absoluut onkenbaar, onlokaliseerbaar, machtig…
Als ik haar vanop dezelfde afstand zag, zou ik natuurlijk haar atomaire verschijning waarnemen. Ik zou haar vreemd vinden, ongrijpbaar, machtig …
“Hij
(Ezechiël) zag een stad, boven op een heuvel die naar het zuiden
afhelde en die niet meer dan een roede mat in lengte en breedte, dat
wil zeggen zes el en een handbreedte. Maar toen men hem in de stad
bracht en hij er rondkeek vond hij ze heel ruim .. vele honderden el
lang en breed. Hij vond het buitengewoon dat deze stad, die zo groot
was vanbinnen zo klein leek toen hij buiten stond.” Walter
Hilton