Bij
nader onderzoek
Onderzoek
van dichterbij onthult dat ik een volledig zonnestelsel ben.
Waarschijnlijk ben ik zo’n 5 miljard jaar geleden geboren uit
de afkoelende resten van de explosie van een supernova en ontwikkelde
me van een wervelende stof- en gaswolk tot een zon, omcirkeld door
planeten, asteroïden, meteoren en kometen. Onder mijn acht
belangrijkste planeten bevinden zich Neptunus, ijzig in zijn verre
baan, Mercurius, brandend in de grote hitte nabij de Zon, en de
Aarde, op de volmaakte plaats voor het verschijnen van Leven.
Eerste persoon ster
Net zoals ik op het menselijke niveau mijn eigen gezicht niet zie maar openheid ben voor andere gezichten, geldt dit ook op het zonneniveau. ’s Nachts naar buiten kijkend ruil ik mijn sterrengezicht met de gezichten van alle andere sterren aan de hemel. Al ben ik voor andere sterren lichtjaren verwijderd van mijn buren, voor mezelf is er geen afstand die dit vormloze bewustzijn dat ik hier ben scheidt van enige andere ster daar. Openheid zijn betekent dat ik direct tot bij de andere sterren ga en hen wordt.Derde persoon ster
Ik leer mijn derde persoon zonne-identiteit kennen door mezelf daarginds in mijn buren te plaatsen en mezelf vanuit hun gezichtspunt te observeren. Mijn dichtste buur, Proxima Centauri, is één van de drie sterren in het Alfa Centauri stelsel en bevindt zich ongeveer 4 lichtjaren ver. Sirius is de helderste ster van de noordelijke hemel en bevindt zich ongeveer 8,4 lichtjaren ver. Sterren aan het andere uiteinde van de Melkweg zijn 75.000 lichtjaren verwijderd. Het is door de posities en bewegingen van mijn sterrenburen op te merken, dat ik mijn eigen zonnepositie en –gedrag leer kennen.
De grote afstanden tussen mij en andere sterren maken duidelijk wat op elk niveau geldt: ik kijk in het verleden. Hoe verder ik kijk, hoe verder terug in de tijd, want het licht heeft tijd nodig om me te bereiken. Een ster die ik vanavond bekijk kan dus best al eeuwen geleden gestorven zijn. Dit werkt natuurlijk ook andersom. Tegen de tijd dat mijn sterrenlicht de ster Rigel bereikt zijn er 775 jaar voorbij gegaan. Wij sterren nemen onze tijd om te communiceren!
En in het centrum en de bron van al mijn verschijningen, hier waar ik op geen afstand van mezelf ben, kost het geen tijd om bij mezelf aan te komen, geen tijd om mezelf te zijn. Hier, helemaal samenvallend met mezelf, ben ik helemaal aanwezig – voor altijd in de tijd kijkend vanuit dit tijdloze nu.