Voor anderen ben je duidelijk niet hoofdloos! Je staat ook normaal rechtop zoals alle anderen – je hoofd bovenaan, dan je romp, daarna je benen en voeten onderaan.
Maar beschouw je eigen gezichtspunt – ben jij anders?
Ik wel.
Vanuit mijn gezichtspunt is mijn lichaam hoofdloos. Het is ook ondersteboven, met mijn voeten bovenaan mijn gezichtsveld, boven de rest van mijn lichaam ! Onder mijn voeten zie ik mijn benen, en daaronder mijn buik en dan mijn borst – die dan vervaagt. Hier onderaan mijn gezichtsveld is mijn basislijn.
Wat vind ik onder deze lijn ? Mijn borst vervaagt tot niets! Een onmetelijke afgrond, grenzeloos en leeg.
En toch, hij is niet eenvoudigweg leeg – hij is ook gevuld. Met wat?
Hij is gevuld met al wat zich boven de basislijn bevindt.
Kijk zelf eens. Is jouw lichaam ook hoofdloos?
Zijn je voeten aan de bovenkant van je gezichtsveld en je borst onderaan? Als dat zo is, dan is je lichaam ondersteboven!
Breng je aandacht naar beneden, naar het gebied waar je lichaam vervaagt – onderaan je gezichtsveld. Wat is er onder de basislijn? Iets, wat dan ook?
En wat bevindt zich erboven?
In deze tekening illustreert Douglas Harding dat zich boven de basislijn de hele wereld bevindt. Opstijgend vanuit de basislijn, in het meest nabije gebied, is je eigen hoofdloos lichaam. Boven en voorbij je hoofdloos lichaam is het gebied van andere mensen, inbegrepen jouw beeld in de spiegel. Dan, boven en voorbij deze laag, is de rest van het leven en de rest van de planeet, dan andere planeten, andere sterren, andere sterrenstelsels… Het hele universum bevindt zich boven jouw basislijn.
Bewust zijn betekent het mysterie onder je basislijn niet over het hoofd zien – deze niet-ietsheid. Het is zien en zijn Wat je werkelijk bent – de afgrond van waaruit de wereld tot zijn opspringt, zoals een geiser, die vanuit de aarde omhoog spuit. Alhoewel de grond van je wezen geen ding is, ontstaan alle dingen eruit.
Vanuit dit gezichtspunt – het gezichtspunt van de Eerste Persoon – schep ik deze wereld: zonder te weten hoe ik het doe, zonder enige inspanning te leveren, zonder enig idee van wat er zo dadelijk omhoog zal komen van onder de basislijn. Kijk ! Dit ogenblik explodeert vanuit jou in het bestaan.
Het leven van de Eerste Persoon leiden
Als je je bewust bent van wat er onder je basislijn is, zowel als van wat erboven is, dan leid je een heel ander leven dan het “gewone mensen”leven. Het is, wonderlijk genoeg, Gods leven leiden. Dit is natuurlijk een innerlijk leven, een geheim leven. Niemand anders ziet jouw basislijn, niemand anders ziet jou de wereld tevoorschijn toveren vanuit het niets ! Je weet goed genoeg dat je voor anderen God niet bent ! Je verwart je individuele identiteit, je uiterlijk, niet met je diepste identiteit, je allerinnerlijkste realiteit.
Maar welk van deze beide levens is jouw directe ervaring, en welk ken je van horen zeggen en uit tweede hand? Welk is schijn, welk is realiteit? Welk is het leven dat je werkelijk leeft?
Welk verschil maakt het in jouw leven als je je bewust bent van Wat er zich onder je basislijn bevindt? Zoek het uit ! Ontdek hoe je omgaat met situaties als je je realiseert dat ze oprijzen vanuit jouw eigen wezen. Jouw wezen is geen product van de wereld, maar zijn Oorsprong. Met andere woorden: jij bent, in het diepste van je hart, geen verschijning, geen juiste-kant-boven behoofde persoon – een product van de wereld, een ding tussen dingen, gesloten en begrensd, een slachtoffer van de omstandigheden… Jij bent de Oorsprong, de Enige, de Bron waaruit alle dingen vloeien. Je daarvan bewust zijn is een heel verschil.
Neem bijvoorbeeld eigenwaarde. Welke remedie is er beter voor een lage dunk van jezelf dan deze onbegrensde macht en glorie binnen jezelf te ontdekken? Een ontdekking die op natuurlijke wijze vergezeld is van nederigheid en zelfaanvaarding, want al zijn je innerlijke kracht en glorie verbazingwekkend, ze zijn niet iets waarvoor jij als persoon de eer kunt opeisen. Ze verhogen je menselijke status met geen jota. Je kunt je goddelijkheid niet aan anderen tonen, noch je macht naar buiten demonstreren. Ik herinner me hoe Douglas Harding dit in verband bracht met een workshop, die hij gaf aan een groep jonge kinderen. Hij citeerde Meister Eckart, die zei: “God is binnen, ik ben buiten.” Een jongen die dit hoorde, gaf als commentaar: “En het maakt je niet hovaardig!”
Ik eindig onderaan, aan de onderkant van het tafereel, in een Leegte die onbewoond is en zonder beelden en onverbeeldbaar, in absoluut helemaal niets. Hier voltooi ik mijn aanvaarding van het bewijs en kom ik in de meest over het hoofd geziene en ondergewaardeerde plek ter wereld, de plek die vervangen wordt door Geen-plek, de Terminus van termini, uniek, verbijsterend, het mysterie dat mijn nederigste knieval meer dan waard is. Alle andere plaatsen en objecten die ik tegenkom staan aan alle kanten tegenover een achtergrond. Op één of andere plek stoppen zij en begint er iets anders. Hoe groot ze ook zijn, ze zijn omsloten door een omtrek – scherp omlijnd of vaag – waar zij eindigen en hun omgeving begint. Allemaal, behalve dit magische hemd dat ik draag. Het is alsof één of andere transcendente mot eraan bezig geweest is, helemaal rond de halslijn. Inderdaad, dit is het geknaag van geen ander creatuur dan het knagende mysterie van de schepping zelf, van ERGENS, op heterdaad betrapt als het opspringt uit N-ERGENS, van WAT opspringend – een goddelijke Jan Klaas – uit GEEN-WAT. Alle dingen boven deze Ultieme Basislijn – deze speelgoedschoenen daarboven, deze onthoofde rompen, dit kamerhemd zelf aan drie van zijn vier zijden – zijn allemaal normaal in de mate dat zij steunen op iets. Dat zijn zaken waar ik weg mee weet, die ik door heb, die ruim binnen mijn mogelijkheden liggen. Maar Dit verslaat me. Hier ben ik bij iets aanbeland dat op geen enkele steun rust maar op een gat. Wel, dat is ongewoon, abnormaal, absurd – termen die al bijeen te zwak zijn om recht te doen aan zo’n Vreemdheid. Hier is de Lijn die alle dingen onderschrijft en onderstreept, en die zelf onderschreven en onderstreept wordt door een totale White-out, door Wat opvalt door zijn afwezigheid. Erboven de wereld, eronder zelfs geen stofdeeltje, noch (en dat is het punt hier) plaats ervoor. (Head Off Stress)
Niet langer zo verdomd overtuigd dat ik weet wat het is om mij te zijn, durf ik helemaal opnieuw te beginnen en te buigen voor het bewijs – zowel echt als metaforisch. Ik krom en buig mij zo diep dat ik aan de uiterste rand van mij en mijn wereld kom, aan de Basislijn van waaruit het allemaal opduikt. Een grens die me niet belet er voorbij te turen, in de Oneindige Bron van Alles, briljant tentoongesteld en toch ontzagwekkend mysterieus. (The Trial of the Man who said he was God)
Opnieuw ben ik in mezelf. Ik wandelde weg, maar hier kom ik terugzweven, voeten in de lucht, ondersteboven, zoals een heilige wanneer hij zijn ogen opent na het gebed: Nu. De kamer, het tafelkleed, vertrouwde gezichten.. Luister, als je het kunt verdragen. Vereniging met de Vriend betekent niet zijn wie je geweest bent, maar stilte zijn: een plaats: een zicht waar taal zich in het zien bevindt. Roemi
De mens is uiterlijk een afgeleide van de wereld, maar intrinsiek de oorsprong van de wereld. Roemi
Binnen in mijn eigen wezen kijk ik neer op de Schepper van de wereld … en ik verenig mezelf met Hem. Simeon de Nieuwe Theoloog
De ziel heeft in zich een licht, waarmee zij alle dingen schept. Eckhart
Een monnik vroeg Ch'ang-sha: "Hoe kan je bergen en rivieren en de aarde omvormen in Zelf ?”
“Hoe kan je Zelf omvormen tot bergen en rivieren en de aarde?” antwoordde de Meester.
Al wie (Liefde) vindt, vindt Niets en Alle Dingen; ook dat is zeker en waar. Maar hoe vindt hij Niets? Wel, ik kan je uitleggen hoe. Hij die het vindt, vindt een Bovennatuurlijke Bovenzintuigelijke Afgrond, die geen Grond of Basis heeft om op te staan, en waar geen Plaats is om in te verblijven; en hij ontdekt ook dat Niets er aan gelijk is, en daarom is het gepast om het te vergelijken met Niets; want het is dieper dan enig Iets, en is als Niets Vergeleken met Alles, in de mate dat het niet begrijpbaar is voor hen allen. En omdat het verhoudingsgewijs Niets is, is het dus vrij van Alle Dingen; en is dat enige Goed, waarvan de Mens niet kan uitdrukken of uiten wat het is; want er is Niets waarmee het vergeleken kan worden, waarin het uitgedrukt kan worden. Jacob Boehme
Hoe kan een wereld gevat worden in de klei van een lichaam? Hoe zou een hemel gevat moeten worden in de aarde? God beware ! Gij zijt voorbij deze wereld, zowel in uw levensduur als in het huidige uur. Roemi
Ik hecht geen belang aan mijn samengestelde vorm. Ik heb niet langer kleur of tastbaarheid of afmeting; ik ben een vreemde voor al deze zaken. Nu zie je me, mijn kind, met je ogen, maar kunt niet begrijpen wat ik ben door naar me te kijken. Hermetica
Ik ontmoette Douglas zowat 20 jaar geleden, in Stockholm. Hij leidde een workshop die mijn leven veranderde. Zijn naam was bovenaan mijn lijst om op te zoeken, toen ik enkele dagen geleden op het Web begon te surfen. Tot mijn verbazing was hij nog altijd actief. Hij moet zowat 90 jaar oud zijn ! Het was, zacht uitgedrukt, een interessant proces, sinds ik mijn hoofd verloor. Lastig om erover te praten met mijn vrienden. Het heeft mijn levenshouding volledig veranderd. Of moet ik zeggen: het heeft me stevig ondersteboven gezet. Voordien was ik onstevig bovenste-onder. M.E. Sweden.