Onlangs stierf de voorlaatste vis van mijn dochter. Hij hoorde bij een groepje dat ik een paar jaar geleden voor haar gekocht had. We zagen hoe hij langzaam stierf en lieten hem op natuurlijke wijze sterven. Ik dacht dat ik, als het om mij zou gaan, graag de tijd zou krijgen om te sterven, zodat ik in voeling kon blijven tot de laatste minuut. Op zeker ogenblik dacht ik dat hij gestorven was en ik nam hem uit het aquarium, maar hij begon naar lucht te happen.
Ik herinnerde me een befaamd Zen spreekwoord (weet niet waar het vandaan komt): “Wie ook water ontdekte, het was geen vis.” Dit kleine schepsel ontdekte water op het einde van zijn leven – ik vraag me af of hij de ontdekking kon waarderen. Deze vis toonde ons onze eigen sterfelijkheid.
Wel, de overblijvende vis werd in de loop van de volgende week woest – duidelijk heel opgewonden. Omdat we geen tijd kregen om nieuwe vrienden voor hem te vinden, dacht ik op een dag: “Ik vraag me af of een spiegel zou helpen?” Dus zette ik een spiegel aan het uiteinde van het aquarium, pal tegen het glas. En jazeker, de vis kwam er naartoe, inspecteerde zijn nieuwe vriend en bracht het grootste deel van zijn tijd daar door. En het beste van al was dat hij kalmeerde.
Na nog een paar dagen slaagden we erin om wat gezelschap voor hem te organiseren.
Voor hen moet leven net lijken als bewustzijn van een leegte van waaruit ze kijken, plus wat gewaarwordingen in het ongeziene lichaam achter de ogen. En een verbazingwekkende reis van hun wereld, die door hen beweegt wanneer zij erdoor bewegen. Hoe herkennen zij hun andere sekse? Misschien door hun wenkbrauwen tegen elkaar te wrijven? C.M.
Australië.