Douglas Harding
Vergelijk het model van het menselijk leven, opgevat als een gestadig stijgende evolutie, die naarmate ze vordert steeds uitdagender en ambitieuzer wordt, met de beschrijving van het menselijk leven dat halfweg blijft steken. Is het niet duidelijk wat het halve leven en wat het volle leven is, wat de kwaal en wat de remedie?
Onlangs ging een van mijn vrienden een kennis bezoeken in het bejaardentehuis. De oude vrouw was niet dement maar ze was slechtziende en bijna doof. Ze kon niet meer lezen of naar de televisie kijken en zij sprak met weinig mensen: de communicatie was te moeilijk. Blijkbaar had zij een normaal actief leven geleid en haar best gedaan om de bescheiden doelstellingen van haar gezin en familie te verwezenlijken. In elk geval was dat nu definitief voorbij. Actie, uitdaging, een doel voor ogen, een verzetje of enige andere belangstelling behoorden definitief tot het verleden. Kon dat te wijten zijn aan haar fysieke handicaps? Waarschijnlijk niet. Waarvoor leefde zij eigenlijk nog ? Zij zei dat zij nog maar een wens had: dat alles voorbij was.
In het begin van dit jaar logeerde ik bij een commercieel directeur, die een topfunctie heeft in een Amerikaans vliegtuigconstructiebedrijf. Hij vertelde mij wat er gebeurd was met zijn oudere collega's - plichtsbewust en succesrijk zoals hijzelf - eenmaal ze met pensioen waren. Een verrassend hoog aantal stierf enkele maanden of een paar jaar later. Fysiek waren ze in uitstekende conditie, financieel stelden ze het meer dan goed, psychologisch waren ze uitgeteld. Net zoals de vrouw in het bejaardentehuis hadden zij niets meer te volbrengen. Niets gaf hun leven nog zin.
In het Westen, en vooral in de Verenigde Staten, dringt het angstwekkende probleem van het oud worden zich al te vroeg in het leven op. "Als je het niet gemaakt hebt op 35, zal het je nooit meer lukken", zegt men. En als je het wel gemaakt hebt, kan je aannemen dat de rest van je leven een anticlimax wordt. In beide gevallen ben je de verliezer! De reclame-industrie speelt hier handig op in door de jeugd in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen, door haar te overwaarderen, te verheerlijken en zelfs te verafgoden. Onder de bekoring van de stralende goden en godinnen van het scherm en van de reclameborden streven moeders ernaar zusters van hun dochters te worden en willen vaders de jongere broers van hun zonen zijn. Opa's in korte broek en met de jongste haarsnit gaan kamperen, terwijl oma's een facelift ondergaan bij een plastisch chirurg. De begrafenisondernemers zorgen ervoor dat zelfs de lijken er jonger uitzien. Iedereen weet dat de levenscurve haar piek bereikt rond dertigjarige leeftijd, daarna moeten we ons best doen eruit te zien, ons te gedragen en te denken alsof we altijd op die piek kunnen blijven, om zo de afgang naar het bittere einde uit te stellen. En bitter zal het einde onvermijdelijk zijn. In de huidige samenleving heeft een hoge leeftijd geen waardigheid, geen opmerkelijke deugd om de vernederingen en de handicaps te compenseren. In elk opzicht is het een aftakeling. Hoewel het niet om een ziekte gaat, kan de prognose niet onheilspellender zijn. Hoewel het niet om een misdaad gaat, is het vonnis niet meer of minder dan de doodstraf.
Wanneer we rekening houden met deze typisch Westerse houding, is het helemaal niet verrassend dat oude mensen gefeliciteerd worden (als ze dat geluk sowieso al hebben) om geen oude mensen te zijn. Integendeel, zij worden geprezen omdat ze wandelen, babbelen, met de wagen rijden, aan sport doen zoals iemand die half zo jong is. Net zoals men een kind complimentjes zou geven omdat het zich gedraagt als een volwassene op middelbare leeftijd. Is het niet triestig, om niet te zeggen beledigend dat men de ouderdom een kwaal noemt? Bij nader inzien is de ouderdom een kwaal als hij geen eigen perspectieven, betekenis of activiteiten biedt.
Natuurlijk is het duidelijk dat deze trieste pogingen om de jeugd te verlengen en om de harde realiteit van ouder worden en sterven niet voor ogen te moeten zien geen resultaat hebben. Wat blijft er over voor de mens die al geleefd heeft? De doelstellingen van de kindertijd en de jeugd zijn verwezenlijkt en verliezen zo onvermijdelijk de betovering, die de afstand hen verleend had. Welke nieuwe en vergelijkbare doelstellingen dagen er dan op voor een oudere? Wel, hij of zij kan altijd proberen een verzameling aan te leggen - van schelpen, postzegels, zilveren trofeeën, blonde en bruine haarlokken, dollars, krantenknipsels, titels, ere-voorzitterschappen, volgelingen, goede daden - per slot van rekening komt het allemaal op hetzelfde neer: een steeds grotere ontgoocheling. Niets stelt een mens meer teleur dan een geslaagde verzameling. Niets anders laat de dikke lagen stof van de tijd zich meer opeenhopen. En als hij er misschien in slaagt vanonder zijn verzameling weg te sluipen en te ontsnappen in een Oord voor Oudere Burgers (of, brutaler gezegd, in een crèche voor gerimpelde zuigelingen) dan loopt hij nog altijd het risico opnieuw in de verzamelbusiness terecht te komen - nu gaart hij misschien bingonummers of puntenscores bijeen. Om het even wat kan dienen om de tijd te doden en om het op de loer liggende spook van de dood te verdringen.
In een televisie-uitzending ging het onlangs over een christelijk ziekenhuis voor terminale patiënten in Londen - ronduit gezegd, een goede plaats om te sterven. De beginscène toonde een sociaal werkster (een toegewijde en gemotiveerde jonge vrouw) die zich aan het uitsloven was om een dozijn oudjes aan het zingen te zetten. En het liedje - geloof het of niet - was "Goodbye Blackbird (Vaarwel merel)"! Niet "Goodbye Life (Vaarwel leven)" (wie heeft ooit zo'n liedje of hymne gehoord?) maar "Goodbye Blackbird"! Wat een manier om de laatste uren door te brengen van een verbazingwekkend avontuur dat 70 of 80 jaar eerder zo veelbelovend begon! Op het einde van de uitzending verklaarde een priester-verpleger dat hij het niet nuttig vond op het laatste moment de godsdienst op te dringen aan mensen die heel hun leven zonder gekund hadden. Natuurlijk had hij gelijk.
Een van de grootste ironische tegenstellingen van onze hedendaagse maatschappij bestaat hierin dat, terwijl er zoveel inspanning gaat naar het "afweren" van de hoge leeftijd, er evenveel inspanning gaat naar het vroegtijdig naderbij brengen ervan. Wanneer een machine het werk van de mens overneemt en tegelijkertijd de zin en de waardigheid ervan wegneemt, wat blijft er voor hem dan over om te doen? In hoog geïndustrialiseerde maatschappijen is het niet alleen de bejaarde die teveel vrije tijd heeft: iedereen wordt vlug oud, zodat het leven doelloos wordt. Het heeft geen zin machines te vernietigen: zij zijn er gekomen om hier te blijven. De automatisering en de spitstechnologie trekken de braakliggende terreinen van de vrije tijd open. Wat kan je doen aan gevoelens van zinloosheid en verveling wanneer de werkdag, de werkweek en het actieve leven steeds korter worden, om nog niet te spreken van de massale werkloosheid? Een mens die niets te doen heeft, heeft afgedaan.
Tot zover de kwaal.
“Zij die niet zoeken naar de zin van het leven verspillen gewoonweg hun leven". Maharshi toont zich onverbiddelijk in deze uitspraak waarmee hij de ziekte kernachtig samenvat maar tegelijk naar de remedie wijst. Er is een krachtig geneesmiddel nodig (en krachtig is het zeker, zoals we zullen zien) om zo'n diepgewortelde ziekte te bestrijden.
Ik zou je graag willen vertellen over een andere vriend - een jongeman die met een uitmuntend diploma van Oxbridge een functie gekregen had op het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij stond aan het begin van een boeiende loopbaan. Na een paar jaar zei hij echter zijn contract op, brak met vrienden en familie en trok naar Wales om er als kluizenaar te leven in een afgelegen huisje op het platteland. Iedere dag mediteert hij er vele uren in zittende houding, in stilte, met gesloten ogen, onbeweeglijk, alleen.
Zie je hoe opmerkelijk het is dat de toestand, waarin deze jonge man leeft, sterk gelijkt op deze van de oude vrouw waarover ik in het begin sprak? Alleen met dat grote verschil dat hij de handicaps zelf gekozen heeft, terwijl zij er slachtoffer van is. Hoewel hij nog in de bloei van zijn leven is, heeft hij weloverwogen de beperkingen van het einde van het leven op zich genomen.
Zij is blind; hij houdt zijn ogen gesloten. Zij is doof; hij trekt zich terug op een plaats waar niets te horen is. Zij lijdt onder eenzaamheid, hij wil alleen zijn. Zij heeft alle belangstelling voor het leven verloren, hij streeft voortdurend naar zo'n onthechting. De som is gelijk, maar het teken verschilt: min in het ene geval, plus in het andere.
Waarom gedraagt mijn vriend zich op zo'n "onnatuurlijke" manier? Zijn doel is de zin van het leven te vinden en de manier waarop geboorte, lijden, ouderdom en dood kunnen overstegen worden. Hiervoor gebruikt hij de methode van vaccinatie en homeopathie: genezen door het opwekken van gelijksoortige symptomen. Veroorzaak bij jezelf een lichte vorm van de ziekte en bouw daarbij antistoffen op die je zullen beschermen wanneer zich een ernstige aanval van de ziekte voordoet. Het is ook de methode van Jung, die schrijft: "Als geneesheer ben ik ervan overtuigd dat het heilzaam is ... in de dood een doel te ontdekken waarnaar men kan streven, en ervoor terugdeinzen is ongezond en abnormaal want zo ontneemt men aan het tweede deel van het leven zijn betekenis." Het is ook de methode van Plato ("Filosofie is het beoefenen van de dood"), van Sint Paulus ("Ik sterf elke dag"), van Roemi ("Sterf voor u sterft") en van Sri Ramana Maharshi zelf ("En wat wanneer iemand sterft? En wat wanneer iemand geruïneerd is? Wees zelf dood, wees zelf geruïneerd").
Wanneer moet deze homeopathische behandeling beginnen? Mijn vriend begon ermee toen hij een twintiger was, Maharshi in zijn tienerjaren. Je zou kunnen zeggen hoe eerder hoe beter, maar er zijn geen regels. Alles hangt af van de behoeften van het individu. Gewoonlijk duikt de vraag over de zin van het leven op in de middelbare leeftijd, nadat de gewone doelstellingen, die door de maatschappij vooropgesteld zijn, bereikt zijn en er zich geen andere aanmelden. Jung kwam tot de vaststelling dat de meeste van zijn patiënten van middelbare leeftijd niet te lijden hadden van een klinisch definieerbare neurose, maar van de zinloosheid en leegheid van hun leven. Ze hielden vast aan de illusie dat de tweede helft van het leven door dezelfde principes moest geleid worden als de eerste helft, en slaagden er niet in te erkennen dat voor een oudere persoon het een plicht en een noodzaak is ernstige aandacht aan zichzelf te besteden.
Het traditionele India stemt hiermee in. Het oeroude en nobele ideaal van de vier "asramas" - of stappen van het leven - schrijft de norm voor. De eerste fase is "brahmacharya", waarin het kind en de jongere de vaardigheid, de kennis en de discipline, eigen aan het menselijk bestaan, leert. De tweede fase heet "grahashta", het leven van de werkende ouder, die zo bijdraagt tot de instandhouding en voortzetting van de gemeenschap. Tot hier is er geen enkel probleem. Je zou het een vlekkeloze start kunnen noemen, een nuttige opwarming van de spieren voor het serieuze werk. Want nu begint het echte avontuur, de grote uitdaging die mannen van jongens scheidt. Nu hij zijn sociale verplichtingen nagekomen is en hij de middelbare tot hoogmiddelbare leeftijd bereikt heeft, komt hij in de fase "vanaprastha", de tijd om alle verbintenissen te verbreken en om door te stoten naar de vrijheid. Daarom regelt hij de resterende verplichtingen tegenover zijn familie en gaat op zoek naar de diepere betekenis van dit alles, in het bijzonder naar de betekenis van zijn eigen wezen, van zijn echte identiteit.
Maar eerst moet hij een spirituele meester vinden, zich openstellen voor zijn leer en zijn onderricht volgen - in vergelijking met deze nieuwe discipline zouden de strenge verplichtingen van de eerste twee stadia wel eens kinderspel kunnen lijken. "Wie ben ik echt?" Deze vraag die hopelijk al zijn hele leven op de achtergrond aanwezig is, wordt nu zijn enige passie en voor het antwoord kan geen prijs te hoog zijn. En wanneer hij vroeg of laat de prijs betaald heeft en inziet wat eigenlijk altijd voor de hand liggend geweest is (namelijk zijn echte Natuur als Een en Enig, Alleen, Echt), komt hij tot het vierde en laatste stadium - "sannyasa".
Dit is de bekroning van zijn leven. Dit is de bestaansreden van de drie vorige stadia; zonder deze laatste missen ze hun doel. Deze laatste fase niet bereiken betekent helemaal niets bereiken. Deze drempel niet overschrijden wil zeggen dat men onrijp, onvolgroeid blijft. De "Jnani of "Sannyasi" (die andere tradities anders noemen) is de ene echte volwassene; hij groeit over de grenzen van de ruimte en de tijd heen. Hoewel hij het uiterlijk heeft van een onopvallend en ouder wordend mens, is hij, innerlijk en in waarheid, zonder leeftijd en zonder grenzen zoals de ruimte, vrij als de wind, de Koning van de Wereld, de Onsterfelijke Schittering, het Alles. Uiterlijk nutteloos en werkloos (en inderdaad, hij is innerlijk vrij van elke handeling), is zijn werk voor de wereld "non-stop", veeleisend en effectief zoals geen gewoon menselijk werk ooit kan zijn. De tegenstelling bestaat hierin dat hij, hoewel hij geen job heeft, toch nooit een moment vrij heeft.
Vergelijk dit model van het menselijk leven, opgevat als een gestadig stijgende evolutie in vier fasen, die naarmate ze vordert steeds uitdagender en ambitieuzer wordt, vergelijk dit met de trieste beschrijving in het begin van dit artikel, waar het menselijk leven struikelt en halfweg blijft steken, en maak je keuze. Nu je de alternatieven kent, welke keuze blijft er eigenlijk over? Is het niet duidelijk wat het halve leven en wat het volle leven is, wat de kwaal is en wat de remedie? De kwaal is het leven halfweg onderbroken. De remedie is het voltooide leven.
Misschien vraag je je af voor wie die remedie bestemd is. Als door de eeuwen heen zo weinig Hindoes de hele weg doorlopen hebben en met zorg of met lef het uiterst krachtige medicijn tot zich genomen hebben (ondanks alle traditionele ontmoediging), hoeveel niet-Hindoes zullen dan wel in aanmerking komen om het te slikken? Is de doorsnee westerse mens, die over vrije tijd beschikt, in staat om deze buitenkans te grijpen? "Wie heeft zoveel tijd?" Kan hij op zoek gaan naar het antwoord, het ontdekken en ervan genieten? En zou het bovendien mogelijk zijn dat zo'n persoonlijk en geheim talent van Zelfverwezenlijking de maatschappij kan veranderen? Laten we in godsnaam realistisch zijn!
Op korte termijn zijn dat zeker steekhoudende bezwaren. Maar wie kan zeggen welke veranderingen de drang van het leven - haar innerlijke logica - zal eisen van de menselijke geest op langere termijn, in de loop van de komende eeuwen en millennia. Alles wel beschouwd heeft het menselijk geslacht al een heel lange weg afgelegd. Na een moeizame overgang van het dierlijk bewustzijn naar het menselijk zelfbewustzijn zou het nu kunnen verdergaan tot het goddelijk bewustzijn van het Zelf. De invloed (die hoewel occasioneel toch hardnekkig voelbaar is in alle tijden en in alle streken) van deze ultieme mutatie (voorgesteld als de Wijze of de Ziener) gedurende de laatste drieduizend jaar van de geschiedenis van onze soort houdt toch een zeker belofte in voor (laat ons zeggen) de komende drie miljoen jaar. De Zieners zelf, met inbegrip van Ramana Maharshi, bestempelen hun toestand als "natuurlijk". In elk geval is de frequentie van een sociaal verschijnsel geen maatstaf voor de doeltreffendheid ervan. Vandaag de dag wordt het ideaal van volmaakte fysieke gezondheid zelden bereikt en toch bepaalt het miljoenen levens. Op dezelfde manier zou alleen al het gerucht van een volmaakt spirituele gezondheid (te weten, de verwezenlijking van het Zelf) voor een toegenomen invloed kunnen zorgen. Welke mens van middelbare leeftijd zou totaal onverschillig kunnen blijven tegenover de keuze - te leven als God, of te vergaan als een mens - eenmaal hij alles duidelijk inziet?
Maar dergelijke beschouwingen gaan aan het belangrijkste voorbij. Het is nonsens te spreken over een groeiend (of een dalend) aantal verlichte mensen die hier of daar leven, in die of die periode. Er is alleen de Ene die ziet Wie hij is, hier en nu. In de vierde "asrama" verenigen alle reizigers hun krachten, en om het even wie hier komt doet het als de anderen en voor de anderen. Zoals Maharshi het zo dikwijls benadrukt heeft: er zijn geen anderen! Daaruit volgt dat de beste manier om de diep menselijke problemen van verveling, van veroudering en van sterven op te lossen is ze op te lossen voor zichzelf, nu onmiddellijk en volledig - door op te houden mens te zijn, door Zichzelf te zijn, onveranderlijk en onsterfelijk. In laatste instantie bestaan er geen sociale problemen op langere termijn of andere universele onontwarbare problemen: het zijn allemaal mijn persoonlijke problemen, nu. "Vind het Zelf", zegt Maharshi, "en alle problemen zullen opgelost worden". Zolang je de identiteit van de vraagsteller niet vindt, zal je geen antwoord op de vragen vinden. "Zie uzelf, en alles zal begrepen worden".
Hoe eigenaardig het ook mag lijken, deze zogenaamd laatste fase van het leven, die de drie vorige ondersteunt, insluit en op gang houdt, is de enige die echt is. Het gaat niet - ik herhaal, niet - om een facultatief extraatje. En ze is nooit zonder resultaat. "De verwezenlijking van het Zelf is de grootste dienst die men de mensheid kan bewijzen," zegt Maharshi. “Want feitelijk”, zo vervolgt hij: "Het verwezenlijkte zijn ziet de wereld niet verschillend van zichzelf." Het is de wereld, waarin alles meteen zijn juiste plaats vindt.